Voordat we het “witte troon oordeel” gaan behandelen eerst iets over de opstanding. De meeste christenen denken dat als Jezus terugkomt, er dan pas een opstanding van de doden zal plaats vinden. Maar als dat zo zou zijn, betekent dat eigenlijk dat er niemand naar de hemel is gegaan en er ook niemand naar de hemel kan gaan. Want om naar de hemel te gaan en vervolgens bij de te verwachten komst van de nieuwe aarde daarnaar terug te keren lijkt niet aannemelijk. M.a.w. als de laatste opstanding nog niet heeft plaats gevonden, dan slapen de gestorvenen vandaag in het dodenrijk, net als in de tijd van het oude testament.

Maar wanneer zou de opstanding dan wel plaatsvinden en voor wie was de opstanding eigenlijk bedoeld? Daarvoor kijken we even naar een paar verzen uit het boek Handelingen,

“gelovende al hetgeen in de wet en in de profeten geschreven staat, terwijl ik van God hoop, gelijk ook dezen zelf het verwachten, dat er een opstanding van rechtvaardigen en onrechtvaardigen zal zijn.” (Hand 24:15)

Paulus stond terecht omdat hij aangeklaagd was door de Joden over de te verwachten opstanding van de doden (zie vers 21). Hij verwachtte de opstanding nog tijdens zijn leven dus.
Er zou een opstanding van de doden zijn, de hoop van de 12 stammen, het was de belofte aan de Vaderen gedaan zoals we in het volgende vers lezen,

“En nu sta ik voor het gerecht om mijn hoop op de belofte, die door God aan onze vaderen gedaan is; welke onze twaalf stammen, door voortdurend nacht en dag God te vereren, hopen te bereiken. Om deze hoop, o koning, word ik door Joden aangeklaagd. Waarom wordt het bij u ongelofelijk geacht, als God doden opwekt? (Hand 26:6-8)

De opstanding (opwekking van de doden) was dus een aangelegenheid van de 12 stammen van Israël, het was voor hun bedoeld, een belofte die God aan hun vaderen had gedaan… Onder het oude verbond gingen de Israëlieten na hun sterven naar het rijk van de doden, het zgn. dodenrijk, en wachtten op tijdstip dat ze daaruit verlost zouden worden, want voor het zoenoffer van Jezus kon niemand in Gods aanwezigheid komen, omdat hun zonden nog niet waren vergeven. Daarom predikte Jezus volgens Petrus aan de geesten in het dodenrijk,

“in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis (dodenrijk), die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen gered werden.” (1 Petrus 3:19-20)

De verlossing zou met alle geloofsgetuigen tegelijk plaatsvinden zoals de schrijver van de brief aan de Hebreeën duidelijk maakte,

“Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons (de toehoorders) tot de volmaaktheid konden komen.” (Hebr 11:39-40)

Ook zei de schrijver dat Jezus,

“ten tweede male zonder zonde aanschouwd zou worden door hen (de toehoorders), die Hem tot hun heil (verlossing) verwachten” (Hebr 9:28).

Samen met geloofsgetuigen waren zij dus in afwachting van Zijn wederkomst om definitief verlost te worden en tot volmaaktheid te komen.

Dus als Jezus nog niet teruggekomen is, dan zijn zij (de toehoorders en zij die in het dodenrijk waren) nog niet verlost, geen zonde vergeven, van niemand… want het zoenoffer was nog niet compleet… Maar Jezus is wel degelijk teruggekomen, want net als de hogepriester die op de grote verzoendag terug moest komen uit het heilige der heilige om zich aan het volk te laten zien (Lev 16:17), zo kwam ook Jezus (als Hogepriester) weer terug (vanuit de aanwezigheid van God, de hemel) en liet Hij zich aan zijn volk zien (Hebr 9:28), want alleen toen was vergeving van de zonden verzekerd… pas toen was het zoenoffer compleet…

De wederkomst, het oordeel en de opstanding uit de doden horen bij elkaar en vonden 70 NC plaats tijdens de verwoesting van Jeruzalem de tempel. Het nieuwe verbond dat eeuwig is, bekrachtigd toen het oude verbond definitief werd verwijderd, pas toen lag de weg naar het Heiligdom open… (Hebr 9:8).
Als de opstanding nog niet heeft plaatsgevonden, gaat iedereen naar het dodenrijk. Maar zoals we hierboven hebben gezien heeft er wel degelijk een opstanding plaatsgevonden, en daarmee is de hemel rechtstreeks toegankelijk, en zal er geen opstanding uit de doden meer plaatsvinden…