Lazarus en de rijke man (1)

Dit verhaal komt alleen maar in het evangelie van Lucas voor (16:19-31). Jezus deelt dit verhaal met het aanwezige publiek, waaronder de tollenaars en zondaars, maar richtte zich met name tegen de farizeeërs en schriftgeleerden en Zijn discipelen zoals we kunnen lezen in de voorgaande gelijkenissen. De vraag rijst of we dit verhaal letterlijk moeten nemen of dat het een gelijkenis is. Laten we eens kijken wat de andere evangelisten hierover zeggen. In Mattheus 13 lezen we het volgende,

“Dit alles zeide Jezus in gelijkenissen tot de scharen en zonder gelijkenis zeide Hij niets tot hen, 35opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet, toen hij zeide: Ik zal mijn mond opendoen met gelijkenissen, Ik zal verkondigen wat sinds de grondlegging der wereld verborgen gebleven is.”
(Matt 13:34-35)

Dus Jezus Sprak alleen in een gelijkenis tot hen (de schare), om te vervullen wat door de profeet in de Psalmen (Ps 78:2) is geschreven zoals Mattheus eraan toevoegde. De discipelen waren nieuwsgierig naar de reden waarom Jezus in soms voor hun verwarrende gelijkenissen sprak,

“En de discipelen kwamen en zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven.” (Matt 13:10)

We kijken nu wat het evangelie van Marcus over gelijkenissen zegt,

“En toen Hij (met hen) alleen was, vroegen zij die in zijn omgeving waren met de twaalven, Hem naar de gelijkenissen. 11En Hij zeide tot hen: U is gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar tot hen, die buiten staan, komt alles in gelijkenissen,” (Marcus 4:10)

Jezus zegt hier dat tot buitenstaanders alleen in gelijkenissen gesproken wordt. Verder bevestigde Jezus dat nog eens verderop in Marcus 4,

“En in vele dergelijke gelijkenissen sprak Hij het woord tot hen, naardat zij het konden horen, en zonder gelijkenis sprak Hij tot hen niet, maar afzonderlijk aan zijn discipelen verklaarde Hij alles.” (vers 33-34)

Marcus zegt hier dus dat Jezus niets zei tegen de toehoorders zonder een gelijkenis te gebruiken. M.a.w. als de betekenis van het verhaal van Lazarus letterlijk bedoeld was, dan zou Jezus gelogen hebben in Mattheus 13:34, maar ook in Marcus 4:10 en 34. Daarnaast zou Jezus Psalm 78:2 tegengesproken hebben, maar ook zou de opmerking van Jezus dat de discipelen de enigen waren die de mysteries van het koninkrijk zouden ontvangen onjuist geweest zijn.

Als we nu het verhaal letterlijk zouden nemen en dat het zou gaan over de hemel versus de hel, wat zou dat dan betekenen? Allereerst zou Lazarus letterlijk weggedragen zijn door engelen en vlogen deze engelen letterlijk naar Abraham’s boezem (borst) en zou Lazarus volgens de rijke man letterlijk op Abrahams borst zitten. En volgens deze uitleg zouden dan inmiddels ontelbare mensen aan Abrahams borst moeten liggen. Hoe stellen we ons dat voor? Daarnaast zouden zij die in de hel zijn, in staat zijn om de mensen in de hemel te zien. En hoe kunnen zij die in de hemel zijn van de hemel genieten als ze hun geliefden voor eeuwig gemarteld zien worden in de hel?

En als het over de hel gaat, waarom wordt dan niets gezegd over het aannemen als Jezus als je verlosser om daarmee de hel te vermijden? Toch wel vreemd eigenlijk. En waarom zeggen ze dat ze Mozes en de profeten moeten lezen? Daarnaast, er wordt in het oude testament helemaal niet gesproken over eeuwige straf of hel die lijkt op wat we in dit verhaal zien… Het verhaal van Lazarus en de rijke man is ons niet gegeven om ons een blik te geven in het leven na de dood, ofwel waar de doden heengaan naar hun sterven…

Het verhaal is een allegorie. Een allegorie is een voorstelling, een vorm van beeldspraak waarbij concrete figuren en voorvallen de plaats innemen van de eigenlijke abstracte bedoelde betekenis. Net als het verhaal dat Nathan aan David vertelde over de rijke man die het enige ooilam van de arme man afpakte. En ook dit verhaal is een gelijkenis. Het onderwerp wordt niet genoemd in dit verhaal. Een gelijkenis is een verhaal die een verborgen waarheid weergeeft. Een allegorie is een uitgebreide gelijkenis die meerdere complexe elementen van de waarheid verborgen weergeeft. In de meeste gelijkenissen laat Jezus verborgen waarheden zien over het komende koninkrijk. Sommige van deze gelijkenissen gaan over de toekomstige afwijzing van Christus en zijn Koninkrijk door de religieuze Joden en het oordeel wat ze over zichzelf afriepen als logisch gevolg daarvan…
En ook deze gelijkenis moeten we in hetzelfde kader plaatsen….