Het boek Openbaring

Voordat we verder gaan over het onderwerp ‘hel’ in het boek Openbaring eerst even het volgende. Jezus zei in het begin van het boek Openbaring,

“Openbaring van Jezus Christus, welke God hem gegeven heeft om zijn dienstknechten (de apostelen) te tonen hetgeen weldra moet geschieden,” (vers 1).
In vers 3 zei Jezus,
“zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij”.

Deze identieke opmerkingen in dezelfde bewoordingen zien we weer terug in Openbaring 22:6,

“God….die zijn engel gezonden heeft om zijn knechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden”
en vers 7,
“zalig hij die de woorden van de profetie bewaart!”

We kunnen rustig vaststellen dat weldra, weldra is, en nabij, nabij is, m.a.w. er staat iets op het punt te gebeuren. De hele toon van de Openbaring is er één van waarschuwing en urgentie voor wat binnenkort stond te gebeuren, 2000 jaar geleden dus…

Verder staat er in het boek Openbaring 6 keer “ik kom spoedig”, waarvan 3 keer in Openbaring 22, en spoedig is spoedig, daar kunnen we zo maar geen 2000 jaar van maken. En als het begin en het eind van Openbaring vervuld is,… dan is alles wat er tussenin is ook vervuld. Gezond verstand doet hier wonderen…

Verder kreeg Johannes (in tegenstelling tot Daniël in Dan 12:9) de opdracht om dit boek (deze profetie) niet te verzegelen oftewel niet verborgen te houden,

“En hij zei tot mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet (het is maar één profetie), want de tijd is nabij” (Openb 22:10),

nee, want hij moest deze boodschap zo snel mogelijk rondbazuinen,… want de tijd (van het einde van het Joodse religieuze bolwerk, want daar gaat het boek over) was nabij… dichtbij dus… God spreekt tot de toehoorders in voor hun begrijpelijke tijdsaspecten waar spoedig, spoedig is en nabij, nabij is en weldra, weldra is etc…

Daarnaast ligt het niet in de lijn van verwachting dat Jezus en de discipelen hun toehoorders iets zouden vertellen dat pas zo’n 2000 jaar later zou plaats vinden… zeker niet in het licht van Mattheus 16, waar Jezus stelde dat de sommige discipelen niet zouden sterven voordat ze Jezus zouden zien komen in Zijn heerlijkheid,

“Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden. Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in zijn koninklijke waardigheid.” (Matt 16:28)

De generatie van Jezus zou dit allemaal meemaken zoals ook bevestigd door Jezus in Mattheus 24,

“Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt.” (Matt 24:34)

Jezus kwam om de wet en de profeten te vervullen. En net als alle andere profetieën is ook de profetie zoals beschreven in het boek Openbaring geheel vervuld, het is allemaal niet voor ons bedoeld…
Even afgezien van de metaforische en apocalyptische taal gebezigd in het boek Openbaring, een verkeerde toepassing van de tijdsperiodes en een verkeerde toepassing van de toehoorders zal een verkeerd evangelie presenteren en een verkeerd beeld van God opleveren…